Ik ben het gelukkigst wanneer de rimpelige handen zich sluiten om mijn nek, mijn glanzende nek. Het lichte trillen van zijn adem geeft mijn stem een klank. Ik zing, vertel zijn lied. Nooit kan ik zelf kiezen wanneer ik klink, wanneer ik waak, wanneer ik zing. Zijn handen pakken mij uit het donker, strelen mij…