Kijk eens wat voor een rare snuiters ik vandaag tegenkwam! Ik vind dat ze wel wat gelijkenis hebben met elkaar, jullie ook? We kwamen ze tegen op de kinderboerderij. Een plek waar ik sinds ik mamma ben minstens eens in de week kom. “onze” kinderboerderij ligt verscholen tussen twee rijtjes etageblokken, verscholen midden in de stad. Het is wel een grappig plekje, een combinatie van natuur en afgetrapte stad. Alles bladert een beetje af, Pumba het varken kijkt ietwat vals uit zijn ogen en er is een pleintje vol tweede-, derde- of vierdehands kinderfietsjes.

De ouders die er komen spreken een wirwar van talen, maar de kinderen verstaan elkaar allemaal. Spelen is duidelijk een universele taal. Ook is er een vijver, waar een grote variatie aan eenden woont, met kuif, zonder kuif, wel of geen mandarijnachtige, er zit zelfs een verdwaalde schildpad stil op zijn kei. Rond voedertijd sluiten de duiven en meeuwen hier gezellig bij aan. En terwijl de eenden dan rustig hun eten op smikkelen vliegen de duiven om de haverklap op omdat ze al die kinderen toch wel wat eng vinden. Het meisje vind het er prachtig, ze vind het kleine goudvissen-aquarium en een vertrapt nijntje-wagentje het leukst en griezelt met plezier van chagrijnige Pumba. Want ja, die is zo eng, daar moet je wel steeds naar gaan kijken!

Ik vermaak mij er vooral met het kijken naar het geluk van mijn kind en de stapels wilde bloemen die er groeien. Op dit moment bloeien de klaprozen, distels, brandnetels, margrieten en een sering. Handig hoor zo’n stukje boerderie midden in de stad.
