Als je iets van bloemen wilt weten, weet mijn schoonmoeder altijd raad. Overal in huis staan planten en in de kast vol boeken vind je tips. Nu is het zo dat ik een erg rommelige tuinierster ben en bovendien zelfs de hyacinten en de krokussen al door elkaar haal. Aan het begin van de lente had ik alle zaadjes die ik kon vinden in een kom gedaan, gehusseld en in wat bakken rondgestrooid. Maar wat ik nou gezaaid had wist ik eigenlijk niet.

Nu op ons balkon de ene na de andere bloem haar pracht laat zien, werd het dus hoog tijd voor een praatje met schoonmamma. Uit de boekenkast werd een heel groot, oud en ietwat versleten boek gehaald en begonnen we met determineren. Dat rare oranje klaproosje bleek een slaapmutsje te zijn, de vergeet-mij-nietjes zijn van de wilde soort en die plant met boontjes die maar niet rijp willen worden blijkt mooi, maar oneetbaar onkruid te zijn. Heb ik dat toch weer mooi geleerd.

(Het boek stond vol met mooie kleurrijke platen, op de foto hierboven vind je er een.)