Tijdens dagen als deze, waarin de tijd zich rijgt tot een lange lijn, zet ik lijntjes, rondjes, krullen met mijn pen. Ik doe wat ik al altijd doe. Achter de deur van mijn kamer, die ik liefkozend atelier noem, dwarrelen ondertussen de wolkjes stof van de stukadoors die op het ritme van hun boombox de jaren 60 wegpoetsen uit ons huis. Buiten wordt het oude, rotte hout vervangen door keurig keralit. Achter mijn bureautje luister ik naar de klanken van hun werk en doe ik wat ik altijd al doe. Ik trek lijntjes, rondjes en tel de stipjes die ik zet.
Het trekken van die lijntjes geeft mij rust. Het hoofd wat altijd malen wil, transformeert zich tot een tekening op mijn vel. Deze dagen, waarin de mensen die je graag ziet steeds verder weg lijken, voelen als een wachtkamer zonder klok. Terwijl ons huis steeds jonger wordt, wil ik het tonen aan iedereen van altijd, die vrienden en familie die er al jaren zijn.
Gelukkig zijn daar dan de lijntjes en de stipjes die ik zetten mag, mijn lief en Pol, en de wetenschap dat ook deze vreemde pauze in de dagen uiteindelijk weer zal resulteren in een knuffel met de mensen die ik altijd al zag.

Ontzettend mooi geschreven.