Wanneer ik op een koude nacht naar buiten kijk zie ik draden van de maan. De vrieskou maakt zich zichtbaar middels kleine klompjes ijs. De draadjes spannen ragfijn licht om de donkere winternacht. Kleine vonkjes maan vullen de lege straat
In mijn hoofd klinken de warme tonen van koperwerk. De blazers musiceren op het ritme van de twinkeling. De draadjes maan dansen het ballet. Ze dansen door de sterren heen. Hoog boven de hoofden, in het diepste donker van de nacht zingt de maan over de eerste streepjes licht.
