Zelfs in de stad is het heel goed mogelijk om allerlei lekkers zo in het wild te plukken. In de afgelopen weken kookten we al potten vol met vlierbessen en rozenbottel jam en bakten we taart van verse kers- en sterappeltjes. Vanochtend gingen we tijdens onze wandelling door het Scheveningse bos op zoek naar ingrediënten. Een tas vol beukenootjes, brandnetels, hondsdraf, eikeltjes, vlierbessen en zuring was het resultaat. In combinatie met nog wat overgebleven sterappeltjes en wat gember en kruidnagel maakt manlief hier op dit moment een lekkere kruidige chutney van. Het is verbazingwekkend hoeveel eetbaars er eigenlijk te vinden is in de natuur om je heen. Zo smaken madeliefjes bijvoorbeeld lekker nootachtig, hebben eikeltjes een beetje een caramelachtige nootsmaak en smaakt de hondsdraf een beetje naar een kruidige mix van spinazie en munt. Mmmmm in combinatie met een lekker zelfgebakken brood is de herfst voor ons een waar smul festijn.
Dat ziet er heerlijk uit! Jammer dat je het brood en de appeltaart hier niet kunt ruiken, maar dat denk ik er wel bij. Eet smakelijk! 🙂
Wauw. Ik wil op les bij jou..
Wat is het toch heerlijk als je bij plekken woont waar je dit allemaal kunt vinden. Bij mij in de stad kom je plantsgewijs niet veel verder dan de bakken met viooltjes van de gemeente 😦