De fijnste herinneringen in mijn jeugd spelen zich af rondom de kerst. Die periode begon voor mij altijd op het moment dat alle kerstbomen werden neergezet. Mijn ouders hadden in die tijd een eigen restaurant en rond kerst werd er extra energie geïnvesteerd in het sfeervol krijgen van de zaak en ons huis. In de verschillende zalen verschenen kerstbomen vol lampjes, voor alle ramen kwamen lichttrapjes te staan en op het plein voor de deur lieten mijn ouders altijd een enorme kerstboom neerzetten met gloeilampen als kerstverlichting. In de dagen erna was het altijd een beetje spannend om te zien of en hoeveel van die lampjes door voorbijgangers werden gepikt. Dit past natuurlijk helemaal niet bij de kerstgedachte, maar spannend vond ik dat wel! In de dagen voor kerst was het in de zaak altijd extra druk met eindejaarsborrels en kerstboutverlotingen. Aan dat laatste mochten we altijd meedoen, dan kregen we een lootje en dan maar hopen dat je niet een van de bevroren konijnen uit de vriezer won. Nee ik ging meer voor de kerstcake.
Ondanks de drukte wist mijn moeder altijd tijd te maken om ergens in die dagen met mij en mijn broertjes in de bus te stappen naar de stad, waar we nieuwe kerstkleren mochten kopen. De nieuwe kleren werden zorgvuldig in de kast gelegd en nog eventjes bewaard, tot kerstavond, de mooiste avond van het jaar. Op kerstavond werden we vroeg naar bed gestuurd, om even voor twaalf uur ’s nachts weer wakker te worden gemaakt. Met onze slaperige hoofdjes mochten we dan eindelijk onze nieuwe kleertjes aantrekken en konden we gaan kijken in de huiskamer. Een reuze spannend moment want op kerstavond was de kamer altijd anders dan normaal. Zodra de deur open ging was er een zee van kaarsjes te zien. Op elk richeltje, in elke kast, ja zelfs op de grond twinkelden de kaarsjes ons toe. De tafel stond vol met lekkere dingen en lieve familie zat hier om heen. Mijn vader vertelde ons verhaal over de kerst en vervolgens was het de bedoeling dat wij, elk jaar weer, al die kaarsjes gingen tellen. Pas als we ze allemaal hadden geteld mocht het snoepen beginnen. Het aantal varieerde elke keer, maar het waren er altijd meer dan honderd. Al die kaarsjes, dat is het beeld dat ik met kerst altijd in mijn hoofd zal houden en een herinnering die ik later ook wil meegeven aan mijn kleine meisje.
Op eerste kerstdag kwam vaak de hele familie bij ons eten, soms was alles door mijn moeder gekookt, maar meestal nam iedereen iets mee. Een diner zal ik in het bijzonder nooit meer vergeten. Bij dit kerstmaal waren niet alleen mijn ooms, tantes en opa aanwezig maar ook mijn overgrootmoeder, de moeder van mijn oma. Mijn overgrootmoeder is een speciaal geval. Zij was verstandelijk gehandicapt en heeft daardoor nooit echt voor mijn oma kunnen zorgen, zodoende kon het zo zijn dat mijn oma haar eigen moeder eigenlijk pas vlak voor haar overlijden heeft leren kennen, hoe wrang heeft dat voor haar moeten zijn. Tijdens dit kerstdiner leefde mijn oma al enkele jaren niet meer maar mijn overgrootmoeder nog wel. Mijn ouders hadden haar speciaal voor dit kerstdiner opgehaald uit het tehuis waar zij woonde. Zelf was ik toen nog vrij klein, maar ik zie nog steeds de blik waarmee mijn overgrootmoeder keek toen zij binnenkwam en overal eten, lichtjes en muziek zag en hoorde. Het waren de ogen van een klein kind die iets magisch, iets wonderlijks ziet.. Zo ontzettend mooi. Tijdens het diner, dat echt uit heel veel gangen bestond, kon zij gewoon niet stoppen met lachen en eten. Door haar handicap had zij totaal geen rem, het kon dan ook niet anders dan dat zij letterlijk misselijk naar huis ging, maar oh wat genoot zij hiervan. En ook al vond ik mijn overgootmoeder soms ook wel een beetje raar en begreep ik heel goed dat ik op die leeftijd eigenlijk al “ouder” was dan zij, wat vond ik haar toen lief.
Wat een mooie traditie!
ja he! ik ga het ook echt in eren houden.