Ooit waren wij drie handen op 1 buik, mijn broertjes en ik. Als oudste van de drie voelde ik mij altijd extra verantwoordelijk voor hen, dat ze mij soms plagend schooljuf noemde was misschien niet zo gek. Dag in dag uit trokken wij met elkaar op, bouwden hutten, speelden boefje en agent, stoeide, keken tv en speelde uren lang Monopoly. Toen we alle drie op de middelbare school zaten bleven we een hecht team. Mijn jongste broertje vond het wel stoer zo’n zus een paar klassen hoger en ik vond het ook in de 6e klas nog leuk om met mijn brugpieper broertje naar school te fietsen. Broer P. zat op een andere school, maar na schooltijd spraken we soms af om samen naar de stad te gaan, dan keken we verlekkerd in de kasten van de kijkshop. Als er eentje ziek werd waren we dat allemaal, er ligt nog ergens een foto van ons, 3 kindjes met rode wangen, dikke mutsen op ons hoofd, een gezamenlijk dekentje om de schouders en ieder een ijsje in de hand. We hadden griep, midden in de zomer, en toch de grootste lol.
Toen werden we volwassen, een voor een vertrokken we uit huis. Vriend en Vriendinnen werden gevonden, huizen gehuurd en gekocht en aan kinderen werd ook gewerkt. We zagen elkaar niet meer elke dag, of elke week en inmiddels zelfs lang niet elke maand. Het vanzelfsprekend samenzijn als kind is plots veranderd in een zeldzaam iets.
Ik weet nog dat ik als kind mij niet kon voorstellen hoe het zou zijn om mijn broers niet elke dag te zien en vol bewondering keek ik naar mijn moeder en haar zussen, mijn tantes, waarvan we de meeste toch wel een paar keer per week voorbij zagen komen. Dat was wat ik later ook wilde, ik en mijn broers plus alles en iedereen die daarbij waren gekomen en dan heel vaak heel veel leuke dingen samen doen.
Ach ja, de tijd maakt altijd alles anders. We spreken elkaar soms een hele tijd niet, te druk met het leven dat we ieder leven, maar is dat erg? Soms vind ik van wel, soms ook helemaal niet. Mijn lieve broers, soms op afstand, soms hier in de kamer en in mijn hart altijd heel dichtbij.
Wat een lief blogbericht. Ik herken je gevoel.
🙂
Wat heerlijk dat je je jeugd zo samen hebt doorgebracht! (Had ik ook wel gewild…)
Was idd fijn. Heb jij broers en zussen?
1 broer, maar andere geschiedenis…
De tijd en het leven sturen elk een andere richting uit, maar het blijft genieten op die zeldzame momenten die je samenbrengen 😉
Mooi gezegd!
Zo mooi, de jeugdherinneringen zullen altijd bij je zijn.
ja zeker, ik koesterde ze.
Ja zeker, ik koester ze.
Wat een mooie tekst 🙂
Sinds ik dit berichtje heb gelezen moet ik er vaak aan terugdenken.
Wat geweldig dat je zo’n band met je broers hebt opgebouwd. Misschien is die band er nog steeds wel, alleen is hij wat verder uitgerekt en zou jij ‘m het liefst wat dichterbij halen?
Zoals de zussen van je moeder over de vloer kwamen, dat vanzelfsprekende. Ik kan me voorstellen dat jij daar weemoedige gevoelens bij krijgt.
Bij mij zit er tussen de uitvoering en wat ik als ideaal zie ook wel eens een gat. Ik zou best elke twee week op een avond even naar mijn ouders kunnen rijden, maar ik doe het nooit. Waarom? Geen idee, volgens mij omdat het geen gewoonte is.
groetjes Anita
Hoi Anita, dank je wel voor je mooie reactie. Wat je zegt klopt helemaal. En ook al wordt ik soms wat weemoedig, ik ben gek op die twee broers van mij!