Verscholen achter een muurtje stond een stukje levend hout. Bijna was ik er voorbij gelopen zonder het te zien. In het hout, van bast ontdaan, zat een vrouw verborgen. Ik stel mij voor hoe een man, een vrouw, ooit uren naar dit stukje stam heeft gekeken. Handen zoekend, tastend, scheppend, op zoek naar de juiste lijn. Er moet een moment zijn geweest waarop de vingers vonden wat de stam verborgen hield en al beitelend keerde de ziel van het hout weer terug. Het kan niet anders dan mooi zijn om zo iets te kunnen maken, iets te mogen vinden in een schijnbaar simpel stukje hout.
Prachtig. En ook prachtig eigenlijk dat het zo onopvallend en verborgen ergens opgesteld staat. Dat geeft het extra charme. De kunstenaar moet echt veel voldoening gehad hebben aan dat werk.
Mooi! Wat zou ik dat graag ook kunnen. Maar helaas… ik heb andere talenten…
Mooie ontdekking, foto en tekst! Ik moest denken aan dit gedicht van G.J. Resink:
Vrouwenfiguur op een tjandi
Regens zijn aan haar voorbijgegaan,
weerlicht en zon, nachten met volle maan,
schaduwen en wind, – en mensen,
wier vingers langs haar voeten zijn gegleden,
haar wreven van de welving hebben beroofd,
en die hier misschien hebben gebeden
en in andere werelden geloofd.
Ik heb haar alleen maar aangeraakt,
haar lichaam afgetast met de gedachte,
dat zij niet door goden is gemaakt,
maar door een mens. En in haar tederste leden
tintelt mijn vingertoppen de druk tegemoet der zachte
handen van iemand van duizend jaar geleden.
Wat een fijn gedicht, dank je wel!
Gaaf he…. een vriendin van ons heeft dat ook…. krijgt een blok hout… gaat zitten turen… en oh… ik zie er wel een …. in! He??? okay… en een paar weken later … voila! is het geen blok hout meer maar een echt kunstwerk! Super is dat!
Zo knap!