In de haven waar wij liggen, blijkt van alles te zien. Aan onze kant van de kade liggen allemaal plezierbootjes, aan de overkant dobbert het meer museale werk. Zo ligt er een oude marifonieboot, een Noorse kotter en een schip dat op de Tsaar Peterwerf is gebouwd. Om de haven heen liggen een hele reeks aan restaurantjes, sommige, zo als dat bij een goede haven hoort, ietwat aan de louche kant. Cafeetjes waar al in de ochtend de stamgasten voor de deur zitten met hun biertje, hun peuk en niet te vergeten de bijpassende pet met klep. Ik vermaak mij met het kijken naar de bootjes en passanten. Verbaas me over het “Jonnie en Anita” fenomeen dat hier rondloopt. Een fel roze, fel groene en een gouden bodywarmer zijn al gespot. Al lopend over de kade worden we steeds gegroet, fijn, dat gebeurt bij ons thuis vaak niet. De gebouwen langs het water zijn in mix van oud monumentaal en vergane glorie, verschillende zaakjes verkopen antiek met heel veel curiosa. Het raam op de foto staat hier om de hoek en beloofd de voorbij ganger een fijn glas wijn. Morgen loop ik even naar het einde van de haven om uit te kijken over de grote schepen op de Nieuwe Waterweg en om de vervallen haven loodsen te fotograferen. Juist de rauwheid van dit oude, pitoreske kanaaltje maakt deze haven tot een fijne plek.
mooi dat glas in lood
en mooi die ongedwongen sfeer van de groetende mensen & jonnie en anita 🙂
liefs, Ellen