Als de zon de zee raakt. Zo begint vooralsnog de eerste zin van het kabouterburcht verhaal waar ik mee bezig ben. (En al eerder over schreef). De nacht na het schrijven van dit zinnetje lag ik wakker en dwars door het gepieker heen zag ik opeens een plaatje voor mij. Van de zon die, al hangend aan de zwembadtrap, voorzichtig een teen in het water steekt. Aan de andere kant de maan die met snorkel en al juist het water uit klauterd, de nacht tegemoed. Gister probeerde ik dit beeld te vangen op papier, hierboven zien jullie het resultaat. Helemaal tevreden ben ik nog niet, dit is dus versie 1, maar voorlopig laat ik het wel even zo.
Vandaag probeerde ik wat verder te werken aan het verhaal zelf, al merk ik dat ik het nog wat lastig vind om de juiste toon te vinden. Dat tekenen lukt best aardig, aan het schrijven moet ik weer even wennen.
Gelukkig dreuteld er in ons huis een klein meisje rond dat alles wat mamma doet geweldig vindt, af en toe best fijn zo’n niet kritisch publiek. (tsja dat krijg je met 16 maanden. Als die maanden jaren zijn is hef vast precies andersom) En zelf raakt ze er ook duidelijk door geinspireerd want oh wat een lol als ze met mijn potlood ook een krasje mag zetten. En terwijl zij streept ploeter ik gewoon vrolijk verder aan het verhaal!