Op een koude december ochtend bezoek ik de vogels op het duin. Het eerste ochtendlicht speelt met de nevel die zachtjes opstijgt uit het zand, twee meeuwen ruziën om een restje vis. Wat verderop zoekt een groepje strandlopers naar een hapje pier. Stil kijk ik toe. Ik ruik het zand, de vogels en het wad.
Mijn longen vullen zich met de ijle, koude adem van de winter. Een klein prikkend waterzonnetje maakt alles om mij heen langzaam wakker.
Ik wil dansen op het ritme van de wind. Ik ren op mijn tenen door het zand. De vogels achterna. De wind pakt mijn armen, mijn benen, mijn lijf. Ik neem een aanloop en spring van de top van het duin. Secondenlang lijk ik te zweven, vingers worden veren, ik vlieg. Een vogel, dat ben ik.

Mooi! Ik droomde met je mee.
Dank je wel! Fijn dat je het mooi vond.
Fijn!!!
Dank je!